Harlekijn bestaat 100 jaar!

Beste Ludo,

Zeer gewaardeerde covoorzitter van Toneel Harlekijn.

Of het de nieuwsgierigheid was naar wat je dochters allemaal uitspookten bij Toneel Harlekijn dat je deed besluiten om tot deze kring toe te treden, dan wel je voorliefde voor het redevoeren, taal en theater, dat weet ik niet echt.

Je dochters goed kennende zal er vast wel wat van dat eerste hebben ingezeten.

Maar ook zeker dat laatste.

Want Ik herinner me dat je me na een optreden tijdens een voordrachtwedstrijd waaraan ik als tiener deelnam, vertelde dat jij vroeger als jonge kerel ook vaak had deelgenomen aan diverse welsprekendheidstornooien.

Bij Harlekijn heb je een aantal memorabele rollen gespeeld.

Je eerste rol was deze van Baptista, de hopeloze vader die zijn onhandelbare dochter wil uithuwelijken aan diegene die haar kan temmen in De Getemde Feeks van Shakespeare. Maar ik denk ook aan de rol van de verschrikkelijk mismeesterde tandartspatiënt in De Goede Dokter van Neil Simon. En die van wachter én dokter én chirurg én beul én bacterioloog én astroloog, allemaal in het absurde theaterstuk De Koning sterft van Eugéne Ionesco. En natuurlijk ook aan de rol van de duellerende Vicomte De Valvert in Cyrano De Bergerac.

Na een paar jaar besloot je je acteursrol in te ruilen voor deze van medebestuurder. Het grote acteursgeweld binnen Harlekijn bestond toen immers uit eind-twintigers die het allemaal zeer druk hadden  en allen hadden we grootse plannen. En om dat allemaal in goede banen te leiden, vond je dat we iemand nodig hadden met het nodige organisatorische talent. Iemand die zich kon bezighouden met het verwennen van sponsors en ereleden. Iemand die als een waakhond het bescheiden financiële Harlekijn-imperium kon beschermen. Iemand zoals jijzelf dus.

En wij, wij deden maar op. Wij engageerden externe regisseurs zonder te informeren naar hun eventuele  regievergoedingen en repeteerden er maar op los. Maar die regierekening kwam er natuurlijk wél en daarmee dus ook het moment waarop wij deze aan jou moesten voorleggen. Nuchter en streng, zoals het een kasbewaarder past, sprak je ons daar dan over aan om vervolgens verder af te spreken met de regisseur in kwestie om uiteindelijk met een onderhandelde oplossing terug te komen waar zowel de regisseur als onze eigen clubkas beter van werd.

Ik vraag me momenteel af waarom ze jou eens niet samen met Theresa May een kwartiertje aan de thee hebben gezet. Die Brexit zou al lang geklaard zijn.

De clubkas was jouw heiligdom. Op onze voorstellingsavonden zat je steevast aan de kassa en was het je zorg om vlak voor de voorstelling begon, er een veilige verstopplaats voor te vinden zodat je zelf ten volle van de voorstelling kon genieten.  Toen we nog voornamelijk in de Boomse Schouwburg speelden, was dat geen enkel probleem. Je kon de kassa simpelweg in bewaring geven in taverne Het Kleidal.

Toen we steeds meer en meer op locatie gingen spelen, moest je wat inventiever zijn.

We gebruikten ooit een roeiboot tijdens een voorstelling. Voor de voorstelling begon, stond deze naast het speelvlak. ‘Ideaal om de kassa in te verstoppen’ dacht je, en dus zette je de kassa op het zitbankje van de boot en koos je in de zaal een goede plek uit om van de voorstelling te kunnen genieten en terzelfdertijd de boot met kassa in het oog te kunnen houden.

Aan het begin van de voorstelling werd de boot echter het podium opgeduwd en dus tuimelde de kassa van het bankje en zochten de muntstukken luid rinkelend hun weg over de bodem.

Soms gebeurt het wel eens dat een voorstelling vijf of tien minuten later begint. Ludo zorgde ervoor dat de pauze toen tien  minuten later moest beginnen omdat eerst de munten en briefjes nog dienden te worden opgediept uit de boot om gesorteerd en geteld terug in de kassa te worden opgeborgen.

We organiseerden een nieuwjaarsreceptie in onze toneelstudio. Het plan was eerst een try-out te geven van het stuk dat we toen aan het repeteren waren om onze gasten vervolgens een glas aan te bieden en een blokje kaas met prikkertjes. Een beetje chips en wat nootjes kon ook nog. Duidelijke afspraak toch?

Els zou voor de aankopen zorgen.

Bij het begin van de bewuste avond zetten we onze repetitieruimte klaar. Els plaatst een paar tafeltjes, decoreert deze met tafelkleedjes om er vervolgens mandjes, borden, bestekken en lege schotels op te schikken. Ludo fronst even zijn wenkbrauwen maar verder is er nog niet veel aan de hand.

De try-out is achter de rug en Ludo nodigt iedereen uit om naar de bar te komen om te klinken op het nieuwe jaar.

Intussen snijdt iemand stokbrood  en brengt Els een eerste lading kaas aan: Camembert, Chaumes, geitenkaas, Gorgonzola, Passendaele, …alles wordt netjes op de schotels geschikt.

Ludo verslikt zich bijna in zijn glas wijn.

Dan komt Els met een tweede lading kaas: een rijpe Chimay, lekker notenkaas, een stuk Rocquefort en minstens nog 15 andere soorten kaas.

Bij Ludo schiet een nootje in het verkeerde keelgat. Hij denkt aan de rekening die hem straks zal worden bezorgd en zijn ogen bliksemen naar Els: een stukje kaas Els, een stukje kaas. Geen kaasschotel!

Als alle gasten verdwenen zijn en enkel de organisatoren nog achterblijven, krijgt Els haar preek. Om de financiële kater te beperken en om Els te steunen koopt iedereen een stukje kaas over. En nog een stukje. En nog een stukje.

Sinds dan doet Els geen Harlekijnaankopen meer en zijn het enkel de durvers en onwetenden die nog kaas durven binnen te smokkelen bij Harlekijn…

Misschien wek ik nu de indruk dat je krenterig was, Ludo, maar dat was absoluut niet het geval. Je was een gulle man maar een schatbewaarder waakt nu eenmaal over zijn kas, dat is wat een schatbewaarder behoort te doen.

Trouwens, als het uitgaven betrof voor onze eigen leden, werden we zeker niet tekort gedaan.

Je zorgde ervoor dat het budget dat we kregen voor de evaluatievergaderingen waarmee we elke productie afsloten ruim genoeg was. Zo ruim zelfs dat we al snel niet meer spraken van evaluatievergaderingen maar van evaluatiefeesten. Aan pizza’s, uithaalschotels en barbecue vlees was er altijd ruim voldoende. Evaluatiefeestjes waaraan je zelf samen met Anita maar al te graag deelnam.  En waarop wij uitkeken naar het moment waarop jij  het “Woordje van de Voorzitter” zou uitspreken: een lyrisch verslag over de voorbije voorstelling waarbij je de humor nooit uit de weg ging, koos voor een bloemrijke taal en meer dan één nieuw superlatief uit vond. Speeches die met veel bravoure en de nodige pathos werden gebracht.

Je had voor Harlekijn en zijn spelers een oprechte bewondering. Na afloop van een voorstelling zat je vaak achter de drankkas consumptiekaarten  te verkopen of je stond, het glas wijn of bier in de ene hand en de andere hand in je broekzak, wat naar het publiek te kijken. Ik ging dan altijd even naar je toe en dan zei je: “ja, Jowan, ik denk dat we ons publiek weer eens iets laten zien hebben se” of “ Dat zou in den Bourla zeker niet misstaan hebben”. En je meende wat je zei.

Ludo, jij hebt zo vaak van de op de eerste rij zo hard geapplaudisseerd voor ons. Nu is het moment om in naam van Harlekijn datzelfde te doen voor jou.

Dank u voor die zovele mooie jaren, voor je steun en aanmoedigingen.

Het ga je goed.

Johan